Gisteren weer heel vroeg op pad. De langste rit van de vakantie en de vermoeiendste. Vol goede moed (Menno nog een beetje als zombie omdat ik 'm z'n bed uitgepest had) rijden we eerst het national park uit richting clearwater en ja hoor we komen nog een beer tegen. Die wilde zeker afscheid van ons nemen

Om 10 uur zijn we in Kamloops waar we boodschappen doen en ff de Starbucks plunderen. Ook slaan we bij een plaatselijke bakker flink brood in want de supermarkten verkopen alleen kleffe tostibroodjes.

Dan volgt een spannende tijd. De weg kronkelt door de bergen met soms hellingsgraden van 16% naar boven en ook weer naar beneden. Met knikkende knieen en oorpijn van de snelle dalingen komen we uiteindelijk aan in Squamish.

We hebben hier een hele luxe suite geboekt om ff bij te komen na anderhalve week rennen en vliegen en een groot voordeel is dat dit hotel een wasmachine en droger op de kamer heeft zodat we alles wat nu vies is kunnen wassen. De kamer valt zeker niet tegen en na een lekkere biefstuk, bereid door mijn eigen chefkokkie, ga ik liggen weken in bad. 's Avonds zetten we de openhaard nog even aan. (de warmteknop laten we uit want het is al warm genoeg)

Vandaag komen we wat laat op gang en besluiten we bijna niks te gaan doen.

Zo'n 10 kilometer buiten de stad ligt de hoogste waterval (Shannon Falls) van British Columbia en deze gaan we ff bekijken.

Het is opnieuw stralend mooi weer en zonder jas lopen we hier een uurtje rond. We blijven ons verbazen over de bussen Japanners die heel snel de bus uitmogen, foto's maken als bewijsmateriaal en dan weer verder rijden.

Hierna rijden we naar de Wallmart om een slabak te kopen omdat ons volgende hotel geen keuken heeft en we niet altijd pizza kunnen laten bezorgen.

De rest van de middag brengen we door met lummelen. Morgen gaan we Vancouver Island onveilig maken.